Kinderen

Bij kinderen die stotteren, spelen ouders een belangrijke rol bij het behandelproces. Daarom vindt u onderstaand eerst informatie voor u als ouders van een stotterend kind. Daarna kunt u meer lezen over de behandeling: van peuters en kleuters, en kinderen in de basisschoolleeftijd (vanaf 6 jaar).

Het spreekproces

Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren gestuurd door de hersenen. In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis. Het is dus niet zo raar dat ieder kind wel eens over zijn woorden struikelt. Vooral tussen het tweede en vijfde jaar, als de taalontwikkeling in volle gang is, kunnen kinderen een periode onvloeiend spreken. Een kind kan bijvoorbeeld woorden of zinsdeelherhalingen laten horen, zoals ‘ik wil, ik wil, ik wil de auto hebben’. Of een klank langer aanhouden dan nodig is. Deze onvloeiendheden kunnen onderdeel zijn van de spraak- en taalontwikkeling van een kind, zoals struikelen en vallen horen bij het leren lopen. Bij de meeste kinderen verdwijnen deze onvloeiendheden als het kind de taal en het spreken beter gaat beheersen. Alleen groeien niet alle kinderen er spontaan overheen. Soms kan het stotteren zich heel geleidelijk ontwikkelen. Bij andere kinderen kan het stotteren juist heel wisselend aanwezig zijn: soms lijkt het verdwenen, terwijl het onvloeiende spreken ook plotseling weer de kop kan opsteken.

Soorten onvloeiendheden

Er zijn normale en abnormale onvloeiendheden.

  • Normale onvloeiendheden: oneffenheden die iedere spreker heeft, zoals onderbrekingen, stopwoordjes, herhalingen van woordjes of stukjes van een zin in de lopende spraak, opnieuw beginnen en dergelijke. Vooral tussen de 2 en 6 jaar kan dit vaker voorkomen, omdat de taalontwikkeling dan een vogelvlucht neemt.
  • Abnormale onvloeiendheden: het herherherhalen van lettergrepen of klanken, vvvvvvverlengen en blokkades die de eenheid van een woord doorbreken. Zogenoemde typische stotter-niet-vloeiendheden zijn onvloeiendheden waarbij spanning waar te nemen is en die het ritme van de spraak verstoren. Dit is het type onvloeiendheid waarop u extra alert moet zijn, omdat dit mogelijk het begin is van stotteren.

Soms heeft een kind zelf in de gaten dat het praten niet gemakkelijk gaat. Hierdoor loopt het kind het risico om bepaalde verschijnselen te ontwikkelen, zoals met de ogen knipperen of duwen bij het praten.

Is er wat aan de hand?

Wanneer u ongerust bent over de vloeiendheid van uw kind, kunt u een interactieve stottertest invullen, de Screeningslijst voor Stotteren (SLS). U kunt deze test invullen wanneer uw kind tussen 2 en 7 jaar oud is. Met deze test kunt u nagaan hoe serieus u de haperingen moet nemen. Bij een score van 11 of hoger wordt geadviseerd contact met een stottertherapeut op te nemen. Behalve ouders kunnen ook verzorgers, leerkrachten of hulpverleners de SLS invullen.

Bent u ongerust, gespannen of geïrriteerd over het spreken van uw kind? Of vermoedt u dat uw kind zijn spreken of gedrag verandert door de onvloeiendheden? Zoek dan hulp, ook als uw kind nog heel jong is. Meestal bent u niet voor niets bezorgd. Hoe eerder u hulp inroept, hoe groter de kans is dat uw kind weer vloeiend gaat spreken.

Tips

  • Neem de tijd om naar uw kind te luisteren. Zorg ervoor dat uw kind volledig kan uitspreken.
  • Reageer op wat het kind zegt en niet op hoe hij iets zegt.
  • Stel niet te veel vragen en wacht voordat u reageert op wat uw kind zegt. Hierdoor ontstaat ruimte en rust om te praten met elkaar.
  • Spreek zelf in een rustig tempo.
  • Zorg ervoor dat niet alle aandacht op het spreken is gericht. Besteed ook tijd aan andere dingen die uw kind leuk vindt.
  • Adviezen als ‘zeg het nog eens’, ‘praat eens rustig’ of ‘haal eerst eens adem’ zijn vaak goed bedoeld, maar helpen meestal niet blijvend. Een jong kind kan het gevoel krijgen dat het iets fout doet, wat de spanning kan verhogen. Daardoor kan het stotteren zelfs toenemen.
  • Het is belangrijk een open sfeer rond het stotteren te creëren. Als het kind zich van de onvloeiendheden bewust is en er last van heeft, kunt u deze bespreekbaar maken. Stel het kind gerust door aan te geven dat stotteren mag. U kunt iets zeggen zoals: ‘Je bent het praten aan het leren.’

Over de therapie

Stottertherapie is maatwerk, waarbij de hulpvraag van u en/of uw kind het vertrekpunt is. Ik start met een gedegen onderzoek, waarbij ik de verschillende facetten die van invloed zijn op het spreken en de vloeiendheid in kaart breng. Op basis van dit onderzoek besluiten we in gezamenlijk overleg wat voor uw kind de juiste therapiekeuze is en met welke elementen we rekening moeten houden binnen de therapie.

Lees meer over de behandeling van stotteren van peuters en kleuters (tot 6 jaar).

Ilias

Lees meer over de behandeling van stotteren van kinderen in de basisschoolleeftijd (vanaf 6 jaar)

Loeke

Meer informatie

Meer informatie over stotteren is te vinden op:

De Richtlijn Stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen omvat evidence based aanbevelingen over wanneer een logopedist/stottertherapeut gaat behandelen en met welke behandelmethode. Voor meer informatie verwijs ik u naar de Patiëntenversie van deze Richtlijn.

Verder staat er uitgebreide informatie over stotteren in onderstaande folders.